Het Jeroen Bosch Ziekenhuis startte al in 2018 met thuismonitoring. Omdat het zo goed past bij hun visie. Inmiddels is thuismonitoring door corona booming en heeft het ziekenhuis een eigen Monitoringscentrum. Het ziekenhuis heeft thuismonitoringsprogramma’s voor meer dan vijftien aandoeningen. Een groot aantal nieuwe programma’s zijn in de maak. Marco van Geffen, manager van het Monitoringscentrum, deelt succesfactoren en tips.
Zorg voor een goede visie
Marco begint met een tip: “Zorg dat je een goede visie hebt op thuismonitoring. Wij streven bijvoorbeeld naar het hoogst mogelijke gezondheidswelzijn van onze patiënten. Gezondheidswelzijn is een woord dat we zelf hebben bedacht. Gezondheidswelzijn stimuleren we door de mens echt centraal te zetten. Door zorg te verlenen op het moment dat mensen dat willen en op de plek die mensen zelf kiezen. En door ons te richten op veerkracht en eigen regie. Daar kan thuismonitoring goed bij ondersteunen.” Op dit moment heeft het ziekenhuis ruim 550 patiënten in monitoring. “Patiënten waarderen het enorm. Ze geven thuismonitoring een 4 op een schaal van 5. Ze voelen zich veiliger met thuismonitoring. Ze hebben meer regie over hun eigen leven. En het draagt bij aan een betere gezondheid. Bij bijvoorbeeld hartfalen leidt thuismonitoring tot fors minder opnames. Als mensen toch opgenomen worden, duurt de opname bijna de helft korter. Een mooi resultaat dat goed past bij een uitspraak van een patiënt: ‘thuis smaakt de koffie toch echt het lekkerst’.”
Een Monitoringscentrum binnen het ziekenhuis
Sinds december 2021 vindt de monitoring plaats vanuit het eigen Monitoringscentrum. “Daarmee hebben we met het innovatieteam ervaring opgedaan tijdens de coronaperiode”, vertelt Marco. “Toen monitorden geneeskundestudenten de coronapatiënten thuis. Om de poliklinieken te ontlasten monitorden ze ook patiënten met COPD, hartfalen en verhoogde bloeddruk. De poliklinieken kregen alleen nog de meldingen die ertoe deden. Dat werkte heel fijn.” Het ziekenhuis besloot er een zelfstandige afdeling van te maken. “Maar wel binnen het ziekenhuis, dicht bij de zorgprofessionals. Dat was een bewuste keuze. Zodat de specialisten vertrouwen houden in wat we monitoren. En de lijntjes tussen patiënt en professional kort blijven.”
Het maakt het werk leuker
Het ziekenhuis verving de geneeskundestudenten voor verpleegkundigen. Marco: “Zij monitoren in principe alle aandoeningen. Hiervoor deden verpleegkundigen of verpleegkundig specialisten van de vakgebieden de monitoring. Zij ervaarden het als ‘erbij’ doen. Terwijl juist de concentratie van de monitoringsactiviteiten het werk leuker maakt. Denk aan regieversterking van de patiënt en motivational interviewing. En bij afwijkende gegevens doen de verpleegkundigen van het Monitoringscentrum uitvraag bij de patiënt en maken ze een voorstel voor de specialist. Dat draagt weer bij aan het werkplezier van de artsen en verpleegkundig specialisten. De verpleegkundigen van het Monitoringscentrum krijgen wel hun eigen specialismen. Ze helpen bijvoorbeeld bij het implementeren van nieuwe programma’s of organiseren bijscholing voor de collega’s. Zo behouden we de kwaliteit en blijven we nauw in contact met de vakgroepen.”
Arts en verpleegkundige in het management
Doordat het Monitoringscentrum zo goed werkt, gaat ook de opschaling naar andere aandoeningen makkelijker. “Dankzij onze kennis en ervaring kunnen andere aandoeningen makkelijk aanhaken”, aldus Marco. Naast de vijftien bestaande thuismonitoringsprogramma’s lopen nu vier pilots vanuit het Monitoringscentrum. En er zijn veel nieuwe thuismonitoringsprogramma’s in voorbereiding. Dat enthousiasme komt volgens Marco ook door de medisch manager van het Monitoringscentrum. “Dat is cardioloog Janet van Kuilenburg. Haar managementrol is een belangrijke succesfactor. Ze is arts en weet waar ze het over heeft als ze andere specialisten informeert. We zijn nu bezig om ook een verpleegkundige in het management te benoemen. Het is tenslotte ook hún werk.”
Gebruik de gedrevenheid en passie van zorgmedewerkers
Die ontwikkeling sluit aan bij Marco’s laatste tip: “Zorg dat de zorgprofessionals zelf in de lead komen. Maak gebruik van hun gedrevenheid en passie. Dat geldt niet alleen voor thuismonitoring, maar voor elke innovatie. Om het te laten slagen móet er een enthousiaste specialist of verpleegkundige zijn.” Kijk daarbij ook over de grenzen van het ziekenhuis heen. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis deed tijdens de coronapandemie goede ervaringen op met samenwerken met huisartsen. “Dat ging heel soepel en willen we dus verder uitbouwen. Dat is de volgende uitdaging. Daarnaast willen we de programma’s verder doorontwikkelen. Naar programma’s die meegroeien met het ziekteverloop. Van een actief thuismonitoringsprogramma naar een zelfzorgprogramma waarin de patiënt zelf bepaalde waardes bijhoudt. Want dat past weer goed bij ons streven naar een zo hoog mogelijk gezondheidswelzijn, met zoveel mogelijk eigen regie voor de mensen in onze regio.”
Deze blog is een onderdeel van een serie over telemonitoring naar aanleiding van het toetsingskader IGJ - Telemonitoring van volwassenen thuis.