“Fantastisch!”, noemt Michiel de mogelijkheid van beeldbellen. “Ik ben daar zo blij mee. Ik heb veel patiënten die vrachtwagenchauffeur zijn. Die zetten hun vrachtwagen even aan de kant, doen een beeldbelafspraak en rijden weer verder. In plaats van een halve dag vrij te moeten nemen. Dat is ontzettend patiëntvriendelijk. Maar ook andere patiënten zijn er blij mee. Thuis, aan je eigen tafel en met een lekker bakje koffie, praat het toch fijner dan in de spreekkamer.”
Scherm met uitslagen delen
Wat onderscheidt een beeldbelafspraak nu eigenlijk van telefonisch contact? Michiel: “Natuurlijk bel ik ook wel met patiënten. Want soms komt de beeldverbinding niet goed tot stand. Dat is een minpuntje. We beeldbellen via een speciale beveiligde omgeving. Dat is goed geregeld, maar bij 20% van de afspraken hapert de techniek toch, om verschillende redenen. Daar wordt hard aan gewerkt.” De telefoon vindt Michiel geen volwaardige vervanger. “Tijdens een beeldbelafspraak kan ik ook uitslagen laten zien. Dan deel ik het scherm. En er is de non-verbale communicatie, je ziet hoe de patiënt erbij zit, dat mis je volledig als je belt.”
Het scheelt patiënten tijd
Andere voordelen, aldus Michiel: de parkeerplaats blijft leeg, er zijn minder bewegingen naar het ziekenhuis. “Het scheelt patiënten enorm veel tijd, ze hoeven niets of niemand te regelen voor het heen en weer reizen én het is goed voor het milieu. Kwetsbare patiënten gaan bovendien liever niet voor een afspraak naar het ziekenhuis als dat niet per se nodig is.” Voor artsen is de tijdwinst verwaarloosbaar. “Ik ben met een beeldbelafspraak ongeveer evenveel tijd kwijt als met een klassiek consult. Voor sommige collega’s is dat een reden om geen beeldbelafspraken te doen. Maar dan ga je volledig voorbij aan de voordelen voor de patiënt.”
Het kan gewoon tussendoor
Geert is patiënt van Michiel. Ruim een jaar geleden kwam hij voor iets kleins bij de uroloog. Voordat hij het wist zat hij in een medische molen. “Ik bleek prostaatkanker te hebben. En na een PET-scan kwamen daar verdachte vlekjes bij in mijn botten, in de lymfen in het bekkengebied en de lymfen in mijn luchtpijp.” Voor zijn luchtpijp kwam Geert bij Michiel. “Het eerste consult was live, bij de polikliniek. Michiel had toen net nader onderzoek gedaan. De uitslag was gelukkig geruststellend. Maar hij wilde me wel nog een keer zien. Dat hebben we toen via een beeldbelafspraak gedaan. Dat vond ik heel prettig. Ik hoefde bijvoorbeeld geen vrij te nemen, het kon gewoon tussendoor.”
Echt contact via het scherm
Maar dat is volgens Geert niet het enige voordeel. “Via het scherm heb je toch even écht contact, je ziet elkaar. Bovendien kon Michiel nog wat uitslagen met mij doornemen, daarvoor deelde hij het scherm. Als ik mag kiezen tussen beeldbellen en een telefonische afspraak, ga ik voor beeldbellen.” Inmiddels is Geert gelukkig zo goed als hersteld. Hij heeft nog een laatste afspraak met Michiel. “Dan ga ik wel naar het ziekenhuis toe. Dat hoeft niet hoor, maar ik wil dat graag. Ik wil hem nog één keer zien en een bedankje geven. Het is fijn dat ik in CWZ die keuze heb.”
Welke patiënt moet hier echt zijn?
Die keuze is er inderdaad. In de digitalezorgcampagne ‘ZO! Zorg Overal’ omschrijft CWZ het als volgt: ‘CWZ biedt u de juiste zorg op de juiste plek. Thuis, onderweg en in het ziekenhuis. Lokaal én digitaal. Net wat u wilt en wat bij u past. Dat beslist u als patiënt samen met uw zorgverlener.’ Michiel nuanceert het wel: “Ik had laatst een discussie met een patiënte die per se één keer per jaar naar het ziekenhuis wil blijven komen. Maar als dat niet hoeft, doen we het niet. Dan is beeldbellen een goede vervanger. En ‘standaardcontroles’ behoren sowieso tot het verleden. Om de druk op de zorg te verlichten vragen we ons steeds af welke patiënt écht hier moet zijn. Als er geen medische noodzaak is, volgt ontslag naar de eerste lijn. Zodat wij onze tijd en aandacht kunnen geven aan patiënten die het echt nodig hebben.”
Goed uitleggen hoe het werkt
Zowel artsen als patiënten moet wennen aan de overgang naar digitale zorg, aldus Michiel. En natuurlijk zijn er ook minder digitaal vaardige patiënten. “Daarom vindt een eerste consult altijd live plaats, bij de polikliniek. Zodat ik een goede indruk krijg en kan inschatten hoe digitaal vaardig de patiënt is. Patiënten die de algemene vragenlijst al voor het consult digitaal ingevuld hebben, kan ik makkelijk motiveren voor digitale zorg. Het leeuwendeel moet ik echter eerst goed uitleggen hoe het werkt. Daar de tijd voor nemen is heel belangrijk. Net als geruststellen. Want de zorg is net zo goed, alleen krijgen ze het op een andere manier.”
Meer weten over de digitalezorgcampagne van CWZ? Kijk op cwz.nl.