In Zuidwest Friesland leidt thuismonitoring van COPD-patiënten tot minder ziekenhuisopnames. Patiënten van Antonius hoeven bovendien minder vaak voor controles naar hun longarts. En ze voelen zich veiliger, want de verpleegkundig consulenten kijken op de achtergrond mee. Verpleegkundig consulent Anja Bijlsma noemt het een aanvulling op haar werk. “Met thuismonitoring kan een patiënt meer controle over zijn of haar aandoening krijgen.”
Bij een alarm hebben we contact
Anja en haar collega houden gemiddeld zo’n vijftig patiënten op afstand in de gaten. Elke dag aan het begin van de middag plannen ze een ‘beeldschermuur’ in het rooster. Om de waarden die de patiënten dagelijks vanuit huis doorgeven te checken. “Patiënten houden hun zuurstofgehalte, bloeddruk en gewicht bij. En ze beantwoorden een paar vragen. Wij zien alleen de ‘alarmen’, de afwijkingen van de normale waarden. Als het goed gaat, zien we niets. Maar als iemand benauwd is, slijm ophoest, gewicht verliest of te weinig zuurstof in het bloed heeft, krijgen we een melding. Dan nemen we contact op. Om te bespreken wat de patiënt kan doen.”
5 criteria voor thuismonitoring
Niet elke patiënt is geschikt voor thuismonitoring, aldus Anja. Antonius hanteert vijf criteria. “De patiënt moet onder behandeling van een longarts zijn, moet digitaal vaardig zijn en moet het echt willen. Dat laatste ligt misschien voor de hand, maar is wel essentieel. Patiënten moeten namelijk dagelijks hun waarden doorgeven. Elke dag weer, dat is niet niks. Daarnaast moeten ze bereid zijn om hun COPD te managen en ook kunnen en durven ingrijpen.” Om te kunnen ingrijpen maken de verpleegkundig consulenten een ‘longaanval-actieplan’. Daar staat in wat een patiënt kan doen als het niet goed gaat. Bijvoorbeeld de dosering van een bepaald medicijn verhogen of contact te zoeken met de huisarts.
Patiënten motiveren om meer eigen regie te nemen
Voor Anja en haar collega is het belangrijk dat patiënten hun actieplan ook echt uitvoeren. “Veel patiënten zijn geneigd even af te wachten. Terwijl je met tijdig actie ondernemen soms juist erger kunt voorkomen.” Nu houden de verpleegkundig consulenten dit nog goed in de gaten. Maar het is de bedoeling dat patiënten in de toekomst steeds meer zelf de regie gaan nemen. “Met thuismonitoring kan een patiënt meer controle over zijn of haar aandoening krijgen. Dus als ik zie dat een patiënt inderdaad de stappen volgt, denk ik ‘yes’! Patiënten motiveren is sowieso een belangrijk onderdeel van ons werk. Het geeft een goed gevoel als het lukt.”
Thuismonitoring kan patiënten grip geven
Overigens gaat eigen regie over meer dan medicatie. “Een pufje nemen is belangrijk”, zegt Anja. “Maar het gaat óók over niet roken, een goede conditie opbouwen en op tijd aan de bel trekken. Wij adviseren mensen altijd om te gaan trainen, het liefst onder begeleiding van een fysiotherapeut. Als ze dat volhouden, merken ze dat het beter met ze gaat. En met thuismonitoring kunnen ze dat ook zien aan hun waarden. Dat geeft grip. Nu geeft het patiënten nog een veilig gevoel dat wij meekijken op de achtergrond. Maar uiteindelijk hoop ik dat wij het steeds meer kunnen loslaten. Omdat de patiënten er zelf verantwoordelijkheid voor nemen. Want hoe je het ook wendt of keert, ze hebben COPD. Daar hebben ze mee te dealen, 24 uur per dag. Dan kunnen ze het maar beter zo goed mogelijk managen.”
Deze blog is een onderdeel van een serie over telemonitoring naar aanleiding van het toetsingskader IGJ - Telemonitoring van volwassenen thuis.