Steeds vaker bespreken zorgprofessional en patiënt samen welke zorg het beste past. ‘Samen Beslissen’ heet dat. Tegenwoordig hoort daar ook praten over de mogelijkheden van digitale zorg bij. Revant medisch specialistische revalidatie inventariseert digitale voorkeuren al vóór het eerste consult. En komt daar in de behandelkamer op terug. Bart Snijders, programmamanager kind- en jeugdrevalidatie bij Revant en projectleider van het revalidantenportaal, vertelt.
Elke revalidant die naar ons wordt doorverwezen, krijgt een telefoontje van onze secretaresse”, vertelt Bart. “Om een afspraak voor het eerste consult te maken en om uitleg te geven over Mijn Revant, ons revalidantenportaal.” Daar wordt vervolgens een vragenlijst klaargezet, met vragen over bijvoorbeeld MRSA, over de hulpvraag van de revalidant én over de inzet van digitale zorg. “Aan het eind stellen we alvast 2 vragen: kunt u contact met ons hebben via beeldbellen? En: mogen we u benaderen via e-mail? Zodat de arts of behandelaar in de behandelkamer het gesprek hierover kan vervolgen.”
De keuze ligt bij de revalidant
De inzet van digitale zorg is nog wel afhankelijk van het revalidatieprogramma. “Bij de oncologische revalidatie zijn de mogelijkheden van digitale zorg groot”, vervolgt Bart. “En is het dus ook een vast gespreksonderwerp tijdens het eerste consult. De arts vertelt welke digitale mogelijkheden er zijn en vraagt of de revalidant hiervoor openstaat. Een belangrijke vraag, want de keuze ligt volledig bij de revalidant. De behandelaar vraagt ook waar de revalidant nog ondersteuning bij nodig heeft. En neemt dan de tijd om bijvoorbeeld een keer samen in te loggen op Mijn Revant. Of een revalidant even wegwijs te maken in het portaal.”
Filmpjes en folders automatisch in portaal
Mijn Revant is een belangrijk onderdeel van de digitale zorg. Bart: “Voor bijvoorbeeld de hartrevalidatie is er landelijk verplichte informatie die we moeten delen. Over voeding en over sport en bewegen bijvoorbeeld. Die filmpjes en folders komen automatisch beschikbaar in Mijn Revant. Dat scheelt behandelaren veel tijd. Bovendien kunnen ze zien welke folders geopend zijn en of er een vinkje bij ‘gelezen’ staat. Dit kunnen we ook voor andere revalidatieprogramma’s doen.”
Medewerkers motiveren
Maar niet alleen revalidanten, ook medewerkers worden gestimuleerd om digitale zorg in te zetten, en dus ook samen te bespreken, aldus Bart. “We motiveren ze om de mogelijkheden van ons portaal in de behandelkamer ter sprake te brengen. We hebben bijvoorbeeld een e-learning over ons revalidantenportaal gemaakt, die alle medewerkers moeten volgen. Zij zien die kant namelijk nooit, omdat ze altijd in het EPD werken. Via de e-learning ontdekken ze de mogelijkheden van digitale zorg. Daarnaast kijken we bij elk protocol dat we nieuw vormgeven of ontwikkelen wat digitaal kan en wat niet.” Ook zijn onlangs een aantal medewerkers opgeleid tot digicoach. “Zij plannen tijd in met collega’s die bijvoorbeeld vragen hebben over beeldbellen. Het mooie is dat we het aantal digitale tools dat medewerkers inzetten zien toenemen nu.”
Revalidanten vragen om digitale zorg
En soms zijn er revalidanten die vrágen om digitale zorg. “Dat is óók een vorm van samen beslissen”, zegt Bart. “Maar dan komend vanuit de zorggebruiker. Denk aan een revalidant die gaat verhuizen en toch de behandeling wil afmaken. Of ouders van de kinderrevalidatie die graag filmpjes willen zien van wat hun kind bij ons leert. Die vragen kunnen behandelaren echt over de streep trekken.”
Kijk voor meer informatie over Revant op revant.nl. Lees ook de blog over de inzet van digitale zorg bij Revant.