“Hoe gaat het met u?” Wanneer een robot, met het hoofd een tikje schuin, ouderen de vraag stelt, geven ze antwoord. Zorgtechnologie wèrkt, daar zijn Mirjam van Blanken en Bart Meussen van zorgorganisatie Lyvore van overtuigd. Het is zelfs onvermijdelijk. Als je er maar samen mee aan de slag gaat en de wifi niet elke keer uitvalt. “We moeten er blij mee zijn als robots een deel van ons werk vervangen.”
Om in een verpleeghuis technologie veilig te kunnen toepassen, moet je samenwerken met it-bedrijven. “En heel goed weten of het ook werkt voor ouderen.” Daarvoor is Bart Meussen verantwoordelijk. Bart: “Acceptatie van technologische toepassingen komt te voet en gaat te paard. Ik ga steeds op pad naar de verschillende locaties om de theorie en praktijk met elkaar te verbinden.”
Mirjam richt zich op de financiering en organisatie van de technologieprojecten. Volgens Mirjam moet je hierbij over een lange adem beschikken: “Als het niet werkt, dan stoppen we niet meteen. Dan geven we het terug aan de technici om het door te ontwikkelen. We kijken heel gericht naar: wat werkt wel en wat niet? Zo’n project kan wel jaren duren.”
Randvoorwaarden voor succes
Dan helpt het als je bij Lyvore werkt, een organisatie die vanaf het begin heeft meegelopen met de ontwikkelingen in zorgtechnologie. Maar dan nog zijn er allerlei randvoorwaarden. “Bij verschillende van onze locaties valt de wifi soms dagelijks uit. Het is natuurlijk mooi dat verpleeghuizen extra geld voor personeel hebben gekregen, maar voor de infrastructuur van zorgtechnologie is ook echt meer nodig.”
Verpleeghuiszorg aantrekkelijker
Een andere voorwaarde is dat de mensen in de zorg de nieuwe mogelijkheden accepteren. Bart: “De zorg blijkt nogal conservatief. Als ik met een robot langskom bij een locatie, ben ik vooral bezig met weerstand wegnemen.” De oudere generatie is soms bang dat robotica en andere zorgtechnologie hen gaan vervangen. Mirjam: “Ik zou zeggen: we moeten blij zijn als robots dat kunnen doen. Het aantal hulpbehoevende ouderen stijgt explosief en de arbeidsmarkt in de zorg is erg krap. Die robots kunnen nog geen ouderen wassen, maar laat ze dan alle andere dingen doen die ze al kunnen. En laat de medewerkers doen, wat de robots niet kunnen.”
Foto: zorgrobot Zora 'op bezoek' bij het ministerie van VWS.
Daarnaast is ouderenverpleegkunde minder populair is dan de ziekenhuiszorg. Mirjam: “Met technologie en moderne manieren van werken, kan de verpleeghuiszorg aantrekkelijker worden.” Bart: “Het is leuk dat ROC-leerlingen helemaal geen moeite met de zorgtechnologie hebben. ‘O, die robot kennen we al’, zeggen ze dan, ‘geef maar hier’.”
Gebruikers zelf positief
Ook bij de cliënten zèlf is er weinig weerstand. Daarom laten Mirjam en Bart graag voorbeelden zien van ouderen die goed reageren op technologie. Zoals bij een tovertafel waarop je losse bladeren of vissen met je handen kunt verplaatsen. Of de ‘CRDL’, een interactief zorginstrument dat geluid maakt als je met minstens twee mensen je handen erop houdt en elkaar aanraakt. Mirjam: “Oudere mensen worden niet zo vaak meer gewoon aangeraakt. Ik heb ouderen gezien die uit een diepe dementie kwamen met dit soort technologische middelen. Prachtig.”
Of de dame met een licht verstandelijke beperking die als experiment een robot kreeg om haar eraan te herinneren wanneer ze haar tanden moest poetsen en haar pillen moest innemen. Mirjam: “Met robot Pepper ging dat prima. Maar die werd daarnaast een maatje dat met haar sprak en een boek voorlas. Die functie van maatje bleek uiteindelijk veel belangrijker. Dikke tranen dus, toen Pepper na twee weken weg moest omdat het experiment afgelopen was.”
Deze gebruikers zijn de acceptatiefase al voorbij, maar verder zitten we volgens Bart nog aan het begin van de ontwikkeling. “Maar je móét er in meegaan, anders kom je op een achterstand. Het is belangrijk voor onze maatschappij, onze organisatie én de cliënt.”
Meer over het implementeren van zorgtechnologie, zoals hulp, tips en ervaringen, vind je bij Implementatie.